Finding beauty in the dissonance
Maynard James Keenan
Werkwijze
Nadat u het contactformulier heeft ingevuld, neem ik telefonisch contact met u op. We plannen dan een datum voor een kennismakingsgesprek met u en uw kind. Tijdens het kennismakingsgesprek breng ik eerst in kaart waar het kind tegenaan loopt en bespreek ik de verschillende mogelijkheden. Natuurlijk wordt tijdens dit gesprek ook gekeken of er een klik is en of u en uw kind vertrouwen in mij hebben om door mij begeleid te worden. Het is logisch, dat u dit wellicht eerst samen met uw kind wilt bespreken. Ik neem dan een week na het kennismakingsgesprek weer contact met u op.
Als er 'groen licht' is gegeven, ga ik met het kind/de jongere in gesprek en breng ik in kaart waar zijn talenten liggen, wat de leerbehoefte is en welke wensen er zijn. Welke vakken gaan goed en welke hebben meer aandacht nodig en wat is het lievelingsvak? Tevens ga ik samen met het kind/de jongere kijken hoe hij/zij leert. Welke leerstrategieën worden er ingezet en welke daarvan zijn effectief? Naast deze schoolse zaken vind ik het belangrijk om te weten waar de interesses van het kind liggen. Wat zijn de hobby's, welke sport wordt er beoefend en wordt er een muziekinstrument bespeeld?
Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen over hoe het op school gaat en om te verkennen wat de mogelijkheden op school zijn, ga ik met de mentor of docent(en) in gesprek. Van deze gesprekken maak ik een verslag en breng ik (didactisch) advies uit.
Om zo goed mogelijk maatwerk te bieden, maak ik o.a. gebruik van het profiel van de (hoog)begaafde leerling (Betts & Neihart), de 7 uitdagingen (Tijl Koenderink), de Positive Disintegration Theory (Dabrowski), het Zijnsluik (Kieboom) en de taxonomie van Bloom.
Het is tevens belangrijk, dat ook de didactiek aan deze leerling moet worden aangepast. De zogenaamde bottom-up benadering werkt bij veel (hoog)begaafden namelijk niet. Juist het belang van de opdracht, ‘het nut‘, is voor deze leerling belangrijk. Èn hoe complexer de opdracht, hoe meer deze leerlingen ‘aan‘ gezet worden. Dit ervaren zij echter pas, als de lesstof top-down wordt aangeboden, zoals bij bijvoorbeeld een project of onderzoek. Een betekenisvolle opdracht geeft hen namelijk de mogelijkheid om te ontdekken welke strategieën, woordenschat, formules e.d. zij nodig hebben. Bij dit soort opdrachten krijgt de leerling ook de kans om zijn talenten in te zetten en verder te ontwikkelen. Naast deze top-down benadering, mogen de executieve functies zeker niet vergeten worden. Het 'leren leren' en het automatiseren zijn van groot belang, iets waar (hoog)begaafden meer moeite mee hebben dan andere jongeren. Het is belangrijk, dat deze leerlingen bij deze opdrachten begeleid worden.
Het hangt van het gekozen pakket af, hoeveel uren begeleiding er wordt gegeven en hoeveel materiaal er ontwikkeld moet worden. Aangezien het hier om maatwerk gaat, zijn de pakketten een richtlijn. Wellicht dat kleine aanpassingen van de methode en een paar uren begeleiding volstaan, maar het pakket kan ook desgewenst worden uitgebreid.
Als er 'groen licht' is gegeven, ga ik met het kind/de jongere in gesprek en breng ik in kaart waar zijn talenten liggen, wat de leerbehoefte is en welke wensen er zijn. Welke vakken gaan goed en welke hebben meer aandacht nodig en wat is het lievelingsvak? Tevens ga ik samen met het kind/de jongere kijken hoe hij/zij leert. Welke leerstrategieën worden er ingezet en welke daarvan zijn effectief? Naast deze schoolse zaken vind ik het belangrijk om te weten waar de interesses van het kind liggen. Wat zijn de hobby's, welke sport wordt er beoefend en wordt er een muziekinstrument bespeeld?
Om een zo volledig mogelijk beeld te krijgen over hoe het op school gaat en om te verkennen wat de mogelijkheden op school zijn, ga ik met de mentor of docent(en) in gesprek. Van deze gesprekken maak ik een verslag en breng ik (didactisch) advies uit.
Om zo goed mogelijk maatwerk te bieden, maak ik o.a. gebruik van het profiel van de (hoog)begaafde leerling (Betts & Neihart), de 7 uitdagingen (Tijl Koenderink), de Positive Disintegration Theory (Dabrowski), het Zijnsluik (Kieboom) en de taxonomie van Bloom.
Het is tevens belangrijk, dat ook de didactiek aan deze leerling moet worden aangepast. De zogenaamde bottom-up benadering werkt bij veel (hoog)begaafden namelijk niet. Juist het belang van de opdracht, ‘het nut‘, is voor deze leerling belangrijk. Èn hoe complexer de opdracht, hoe meer deze leerlingen ‘aan‘ gezet worden. Dit ervaren zij echter pas, als de lesstof top-down wordt aangeboden, zoals bij bijvoorbeeld een project of onderzoek. Een betekenisvolle opdracht geeft hen namelijk de mogelijkheid om te ontdekken welke strategieën, woordenschat, formules e.d. zij nodig hebben. Bij dit soort opdrachten krijgt de leerling ook de kans om zijn talenten in te zetten en verder te ontwikkelen. Naast deze top-down benadering, mogen de executieve functies zeker niet vergeten worden. Het 'leren leren' en het automatiseren zijn van groot belang, iets waar (hoog)begaafden meer moeite mee hebben dan andere jongeren. Het is belangrijk, dat deze leerlingen bij deze opdrachten begeleid worden.
Het hangt van het gekozen pakket af, hoeveel uren begeleiding er wordt gegeven en hoeveel materiaal er ontwikkeld moet worden. Aangezien het hier om maatwerk gaat, zijn de pakketten een richtlijn. Wellicht dat kleine aanpassingen van de methode en een paar uren begeleiding volstaan, maar het pakket kan ook desgewenst worden uitgebreid.